-
1 collection
collection [kolleksjõ]〈v.〉♦voorbeelden:collection de timbres • postzegelverzamelingavoir la collection complète d'une revue • alle jaargangen van een tijdschrift compleet hebbenj'en ai toute une collection • ik heb er een heleboel vanfaire collection de qc. • iets verzamelenf1) verzameling2) reeks [boeken]3) collectie [mode]4) uitrusting [leger] -
2 faire collection de qc.
faire collection de qc. -
3 concentrer
concentrer [kõsãtree]1 verzamelen ⇒ bundelen, samentrekken♦voorbeelden:2 concentrer sa colère sur qn., qc. • zijn woede op iemand, iets afreageren2 zich concentreren ⇒ zich verzamelen, gebundeld, geconcentreerd worden1. v1) verzamelen, bundelen2. se concentrerv
Перевод: с французского на нидерландский
с нидерландского на французский- С нидерландского на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский